Een nieuwe werkvorm uitproberen. Daarvoor moet ik altijd even moed verzamelen. Want ik train geregeld wetenschappers. En wetenschappers over gevoelens laten praten, dat vind ik een uitdaging. Dat vinden ze ongemakkelijk. En als zij zich ongemakkelijk voelen, voel ik mij ook ongemakkelijk.
Aan het begin van de presentatietraining leg ik de cijfers 1 tot en met 10 op A4’tjes op een rij op de grond. “Welk cijfer geef je je eigen presentatievaardigheden?” vraag ik. “Ga er maar op staan!” Ongemakkelijk gegiechel volgt. Iedereen blijft zitten. Voorzichtig spreek ik ze bemoedigend toe: “Toe maar, ga maar op een cijfer staan!” Aarzelend gaan ze staan. “Wat maakt dat je daar staat? Hoe voelt dat?” Langzaam komt er een gesprek op gang. “Ga nu maar eens één stap hoger staan. Hoe voelt dat? Waarom sta je daar nu nog niet? Wat heb je nodig om daar te komen?” Nu roept iedereen door elkaar en vliegen de leerpunten me om de oren. Snel noteer ik alles wat ik hoor op de flipover. Een intensieve training volgt. Veel oefenen, feedback en herkansen. Om me heen zie ik rode wangen van de inspanning.
Geloof in eigen kunnen zorgt voor zelfvertrouwen na een training
Aan het einde van de dag leg ik de cijfers opnieuw op de grond. Spannend vind ik het. Vinden ze dit niet stom, weer dezelfde oefening? Wat nou als ze straks lager gaan staan? Of niet serieus meedoen? Veel tijd om me druk te maken heb ik niet, want iedereen staat al. En wat blijkt tot mijn verbazing? Alle deelnemers staan één stap hoger dan vanmorgen! “Hoe voelt het om daar nu te staan? En wat is er veranderd vergeleken met vanmorgen?” Een deelnemer zegt: “Ik geloof dat ik het eigenlijk best wel kan, presenteren.” Opnieuw gegiechel. Maar dit keer zie ik door het ongemak heen ook een stukje trots. Trots en zelfvertrouwen.
Geloof in eigen kunnen zorgt voor zelfvertrouwen tijdens afzwemmen
Zelfvertrouwen is dus belangrijk om nieuwe vaardigheden aan te leren. Dit geldt ook voor kinderen. Al groeit het zelfvertrouwen van kinderen gelukkig vaak vanzelf. Ik denk aan het afzwemmen van mijn zoon afgelopen zaterdag. Wat hebben we lang naar dit moment toegeleefd. Hand in hand lopen we het zwembad binnen achter alle andere ouders op slippers en opgewonden kinderen. Ik ben zenuwachtiger dan hij. De tribune zit vol uitbundig zwaaiende ouders, opa’s en oma’s. Terwijl mijn zoon terugzwaait, fluister ik hem nog snel toe: “Goed je best doen hè! Wel doen wat de juf zegt!” Zuchtend zegt hij: “Houd nou op mam, ik kan het toch!” Snel houd ik mijn mond. Natuurlijk kan hij het. En vol zelfvertrouwen springt hij het water in.
Zelfvertrouwen kan al groeien na één dag training
Wat kunnen we concluderen van de oefening met de cijfers? Als wetenschapper zeg ik: niet zo veel natuurlijk. Na een week had ik de oefening met 18 deelnemers gedaan, allesbehalve een representatieve steekproef, en mensen beïnvloeden elkaar. Als trainer zeg ik: wat bijzonder dat het zelfvertrouwen na één dag training al omhoog kan gaan! Wat we gedaan hebben? Ik heb mijn deelnemers vooral laten ervaren dat ze vaak al prima kunnen presenteren. En door dit bewust te worden, stijgt hun zelfvertrouwen. Van binnen ga ook ik een beetje giechelen. Ook mijn zelfvertrouwen is vandaag weer iets omhoog gegaan.
Reflectieopdracht
Doe de oefening met de cijfers eens met een collega, vriend of vriendin:
- Leg 10 A4’tjes met de cijfers 1 tot en met 10 op de grond en kies een vaardigheid die je zou willen verbeteren.
- Ga vervolgens op het cijfer staan dat je jezelf op dit moment zou geven.
- Vertel aan de ander: wat maakt dat je daar staat? Hoe voelt het?
- Ga vervolgens een stap hoger staan. Hoe voelt het om daar te staan? Waarom sta je daar nu nog niet? Wat heb je nodig om daar te komen?
- Maak samen met de ander een kort stappenplan met concrete acties.
- Wissel dan van beurt.
- Spreek tot slot af wanneer je weer samenkomt en doe de oefening opnieuw. Vergelijk je cijfer met de vorige keer. Hoe voelt het om daar nu te staan? Wat is er veranderd vergeleken met de vorige keer?