Het goede voorbeeld geven. Als ouder is dat niet altijd makkelijk. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat mijn kinderen elke dag fruit eten. Dus eten wij elke dag fruit na het avondeten: eerst fruit, dan een toetje. Door dan zelf fruit te eten, hoop ik dat ik ze stimuleer ook fruit te eten.

Ook als trainer is het belangrijk om het goede voorbeeld te geven. Bij een rollenspel noemen we dat een demonstratie of demo. Karin de Galan en haar partner Peter Baggen hebben een aantal wetenschappelijke onderzoeken op dit gebied op een rijtje gezet. En wat blijkt: het goede voorbeeld geven vergroot het leerresultaat van je deelnemers. Interessant! Dit inspireerde mij om eens zo’n demo uit te proberen. In dit blog beschrijf ik hoe ik het geven van de demo ervaren heb en wat eraan vooraf ging.

Deelnemers willen geen rollenspellen

Het begon met een nieuwe training. Onderwerp van de training was: hoe krijg je je eigenwijze medewerker zover dat hij doet wat je van hem vraagt, ook al heeft hij daar geen zin in? Al bij het eerste rollenspel in groepjes gaat het mis: de deelnemers kletsen met elkaar en doen niet mee. Glazige ogen kijken me aan als ik vervolgens de stappen van het gesprek toelicht. De rest van de middag wil niemand meer rollenspellen spelen. De nachten die volgen, lig ik te draaien en te woelen: wat had ik nou toch anders kunnen doen? Altijd gaan mijn rollenspellen goed, waarom ging het nu zo mis?

Deelnemers willen een demo

Twee weken later geef ik dezelfde training opnieuw aan andere deelnemers. Dit keer start ik de rollenspellen plenair met een casus uit de groep. Zo hoop ik iedereen meteen erbij te betrekken. Dan blijk ik niet helder te hebben uitgelegd dat het idee is dat de deelnemer die de casus inbrengt zichzelf gaat spelen. “Nee, ik speel liever m’n eigenwijze medewerker, speel jij mij maar!” zegt hij. Juist. Een demo dus.

Voor de demo

Ik heb nog nooit een demo gegeven. Het lijkt me vreselijk eng. Wel heb ik me erin verdiept via de online leeromgeving van Karin de Galan. Daar legt ze stap voor stap uit hoe je zo’n demo kan geven en laat ze voorbeeldfilmpjes zien. In theorie weet ik dus hoe het moet. Nu nog doen. De deelnemer kijkt me uitdagend aan. Hij zit duidelijk al helemaal in zijn rol. Ik maak de casus scherp, en schrijf het doel op de flipover. Zenuwen gieren door mijn lijf. Wat nu als ik het fout doe? Of als het nep is wat ik doe? Dan sta ik toch totaal voor gek voor de hele groep?

Het foute voorbeeld

Ik stop met denken en kijk de groep rond. Iedereen kijkt me verwachtingsvol aan. Ik instrueer de rest van de groep: schrijf op wat ik zeg en wat het effect is op mijn medewerker. En kijk ook of ik het doel behaal. En dan beginnen we. Ik maak nog snel een grapje: “Oei, nu moet ik het wel goed doen”. Omdat ik zo zenuwachtig ben, hoor ik vervolgens mezelf zeggen: “Of zal ik het eerst een keer fout voordoen?” Dit ontspant me, nu hoef ik niet meteen de ideale trainer te zijn die alles goed doet. Dus speel ik het eerst fout voor: ik ga dwars tegen mijn medewerker in, vol in de aanval. Het wordt al snel een welles-nietes gesprek en ik stop het rollenspel.

Het goede voorbeeld

Kort richt ik me tot de groep en zeg dat ik het nu ga proberen goed te doen. We beginnen opnieuw. Nu toon ik eerst begrip en als alle emotie bij mijn medewerker gezakt is, vertel ik waarom ik belangrijk vind dat hij de taak doet die ik van hem vraag. Samen zoeken we naar een oplossing en klaar is het gesprek. Poe, dat was spannend. Even lachen, de spanning ontladen.

Na de demo

Dan richt ik me tot mijn tegenspeler: hoe was het? “Ja, dit was wel echt, zo zou ik het ook doen!” zegt hij. Ik ben blij verrast dit te horen. Voor mijn gevoel was het nep en kletste ik maar wat. Dan pas zie ik alle andere deelnemers stilletjes en geboeid naar ons kijken. Ik zat zo in mijn rol dat ik de groep even was vergeten. “Hoe was het voor jullie?” vraag ik. Ze vonden het mooi. Ik vraag wat de verschillen waren tussen de eerste en de tweede demo. Nauwkeurig leggen ze me uit wat ik gedaan heb. Het doel is gehaald en ik vat samen: om de eigenwijze medewerker te overtuigen, is het verstandig om te beginnen met luisteren en begrip tonen.

Moraal van dit verhaal: een demo werkt goed als opstap naar de rest van je training

Vlekkeloos maak ik nu het bruggetje naar de theorie. Ik merk aan de aandachtige blikken, het knikken en het meeschrijven dat ik iedereen nu mee heb. De rest van de middag spelen we nog vele rollenspellen en iedereen doet enthousiast mee. In mijn gedachten ben ik aan het juichen. Een demo werkt! Wat een mooie manier om je deelnemers mee te krijgen. Veilig voor je groep: jij als trainer moet beginnen, en zo geef je letterlijk het goede voorbeeld. En stiekem is het ook nog leuk om te doen.

Het goede voorbeeld thuis

En thuis? Werkt het goede voorbeeld daar ook? Ik heb zo mijn twijfels. Want elke avond is het weer strijd als ik de sinaasappels op tafel leg. Maar laatst pasten oma en opa een avondje op. En toen oma een toetje wilde geven na het avondeten, corrigeerde mijn zoon haar: “Nee oma, wij eten eerst fruit, en dan een toetje.”

Reflectieopdracht

  1. Hoe geef jij tijdens je werk het goede voorbeeld? Wat doe je precies? En wat is het effect?
  2. Hoe geef jij thuis het goede voorbeeld? Wat doe je precies? Wat is het effect?
  3. Neem een lastige situatie die je onlangs hebt meegemaakt op je werk of thuis. Hoe zou je in een vergelijkbare situatie het goede voorbeeld kunnen geven? En wat zou het effect daarvan kunnen zijn? Deel je voornemen met een collega, vriend of vriendin. Bespreek achteraf hoe het gegaan is.