Nieuwe dingen. Ik houd er niet zo van. Nieuw vandaag is dat ik de kinderen naar kinderdagverblijf en school ga brengen, voordat ik naar mijn training fiets. Meestal doet mijn man dat op de dagen dat ik training geef. Maar de training vandaag is niet ver. Als iedereen meewerkt, zou het moeten lukken.
Natuurlijk kan mijn oudste zijn schooltas niet vinden. De middelste vertikt het om zijn schoenen aan te doen. En net als ik de jongste zijn muts op zet, komt een enorme walm me tegemoet. Ik voel de stress opkomen. Ik ren naar boven, verschoon hem zo snel ik kan en ren weer naar beneden. De oudste heeft zijn tas inmiddels gevonden. De middelste heeft zijn schoenen nog steeds niet aan. Snel prop ik zijn voetjes in zijn laarsjes, en stop de twee jongsten in de bakfiets. De oudste pakt zijn eigen fiets en we racen naar kinderdagverblijf en school. En daarna trap ik snel door naar de training.
Rituelen voor een training
Net als ik aankom, komt ook al de eerste deelnemer aan. We hebben nog 20 minuten voordat de training begint. “Waarom komen sommige mensen toch altijd zo vroeg?!” mompel ik wanhopig tegen mezelf. Meteen druk ik deze onaardige gedachte weg. Deze deelnemer is juist heel mooi op tijd. En ik ben laat, te laat. Meestal zorg ik dat ik een uur voor aanvang op de locatie aanwezig ben. Om even rustig in de stemming te komen. Om het programma door te nemen. Om de flipover te tekenen. Om de zaal goed te zetten. Om mijn spullen klaar te leggen. Om de deelnemers te ontvangen en een praatje te maken. Niets is zo erg als te moeten haasten voor een training.
Geen tijd voor rituelen vandaag
Ik teken nog snel wat op de flipover en gooi mijn spullen neer. Iedereen zit al. En dan kijken alle ogen naar mij. Zoals altijd als je een training begint. Normaal vind ik dat prima. Ik weet hoe ik ga beginnen. Maar nu even niet. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik weet en voel niets meer. Een lichte paniek overvalt me. Ik voel me gespannen. Ik zit nog met mijn hoofd bij de kinderen, de schoenen die niet aangingen, het moeilijke afscheid op het kinderdagverblijf …
Ochtendrituelen thuis
Ik hoor mezelf vragen hoe hun ochtend was. Iemand kon de locatie moeilijk vinden. Een ander had vertraging met de trein, maar is blij dat hij net op tijd is. Dan vertel ik hen aarzelend dat ik nog even moet landen. En ik vertel hoe mijn ochtend was. In geuren en kleuren. Iedereen moet lachen. Spontaan gaan ze met elkaar kletsen. Over ochtendrituelen. Over moeten rennen ’s ochtends. Ze praten tegen elkaar en niemand let meer op mij. Fijn. Langzaam voel ik de spanning wegtrekken.
Je gevoel benoemen werkt
Ik laat ze nog even praten en kijk de groep rond. Dan pak ik rustig de regie terug en maak een bruggetje van ochtendrituelen thuis naar rituelen voordat je een presentatie geeft. En we beginnen met de presentatietraining. Mijn les: eerlijk je gevoel benoemen werkt. Ik kon niet anders. Maar morgen brengt mijn man. Geen nieuwe dingen voor mij meer.
Reflectieopdracht
- Hoe begin jij het liefst je dag voordat je naar je werk gaat? Schrijf jouw ideale ochtend zo gedetailleerd mogelijk op, vanaf het moment dat de wekker gaat totdat je de deur uitgaat.
- En hoe begin jij het liefst je dag nadat je op je werk bent aangekomen? Schrijf jouw ideale start zo gedetailleerd mogelijk op, vanaf het moment dat je op je werk aankomt, tot het moment dat je je training gaat geven/eerste afspraak hebt/eerste taak gaat uitvoeren.
- Bekijk je antwoorden onder 1 en 2. Hoe begint jouw dag in werkelijkheid? En wat zou je eventueel willen veranderen en wat heb je daarvoor nodig?