Loslaten. Mooi onderwerp. En ook lastig. Het tegenovergestelde van loslaten is vasthouden. En vasthouden heeft met controle te maken. Ik heb het liefst alles onder controle. Als alles vaststaat geeft mij dat houvast. Rust. Overzicht. Saai eigenlijk. Maar ook fijn.

Elke keer als ik vreselijk nerveus op de fiets zit op weg naar een nieuwe training, vraag ik mij af: waarom heb ik dit beroep gekozen? Waarom doe ik mezelf dit aan? Waarom vind ik dit leuk? Als er iets is waar je geen controle over hebt, is het over een training. Ik weet niet wat voor deelnemers er komen, wat ze gaan zeggen, hoe de dag gaat verlopen. Natuurlijk heb ik een draaiboek. Maar de beste trainers laten hun draaiboek los. Helemaal los. Toch? Het gaat immers om je deelnemers, hun wensen en behoeftes, en de kunst om daar als trainer op in te spelen. Na de intro geef ik deelnemers dan ook altijd de ruimte om aan te geven of dit programma is wat ze willen, of dat ze andere wensen hebben. Natuurlijk heb ik een intake gedaan. Maar ter plekke kunnen behoeftes toch anders zijn.

Loslaten als trainer

Vandaag heb ik een mondige groep. En ja, ze hebben wel wensen. En van de ene wens komt de volgende. Tot we een hele lijst hebben. Op de flipover schrijf ik alles op. Een slimme deelnemer ziet mijn vertwijfelde gezicht en zegt: we maken het je wel moeilijk, hè? Oei. Was dat zo duidelijk te zien? Onzeker kijk ik naar mijn deelnemers. Wat nu? Daar sta ik met mijn mooie programma. Vele uren heb ik erin gestoken om het te ontwikkelen, de ene casus en werkvorm nog mooier dan de andere. Ik ga zitten. En kijk de kring rond. Ze kijken rustig, afwachtend en lijken ontspannen. Dat geeft mij moed. Dan zeg ik eerlijk dat ik blij ben met de input. Dit is wat ik wil: inspelen op hun wensen. En tegelijkertijd moet ik nu even bedenken hoe verder. Dus ik zeg: laten we 10 minuten pauze nemen, en dan kom ik met een nieuw voorstel. En zo gebeurde het. Het werd een prachtige dag. Een heleboel improvisatie. Maar de hoofdboodschap van mijn programma was zoals ik van tevoren bedacht had. En welke casus of werkvorm je dan op welk moment gebruikt, maakt niet uit. Door deze dag heb ik meer vertrouwen in mezelf gekregen. Vertrouwen dat ik het kan. Loslaten.

Loslaten als moeder

Ik vind het eigenlijk heerlijk. Loslaten. Als trainer dan. Niet als moeder. Als moeder vind ik het heel moeilijk, loslaten. Ik wil ze het liefst heel dichtbij me houden. Elke dag. Continu. Loslaten begint als je baby geboren wordt. Voor het eerst naar het kinderdagverblijf. Letten ze wel op dat hij niet van de commode rolt? Voor het eerst naar school. Weten ze wel dat hij het heel spannend vindt? Voor het eerst op de fiets. Stopt hij wel als ik stop roep bij die drukke weg? Voor het eerst alleen naar de speeltuin. Nu al? Nee, dat stel ik nog even uit. Evenals dat ik de gedachten uitstel dat ze ooit alleen naar school fietsen, alleen naar vrienden, alleen op vakantie. Gelukkig duurt dat nog lang, heel erg lang. Of misschien moet ik ze vertrouwen. Vertrouwen dat ze groter worden en zichzelf ontwikkelen. En misschien moet ik ook mijzelf vertrouwen. Net zoals ik dat als trainer leer. Vertrouwen dat ik het kan. Loslaten.

Tips

  1. Doe altijd een goede intake. En vraag naar wensen en behoeftes. Klinkt vanzelfsprekend, maar gebeurt lang niet altijd bij iedere training.
  2. En als de behoeftes van je deelnemers dan toch anders blijken te zijn dan je uit de intake begrepen hebt: luister goed. Vraag door op verbale en non-verbale signalen. En laat indien nodig je draaiboek los. Zorg dat je altijd de hoofdlijn helder hebt, dan kun je daarop terugvallen.
  3. En: vertrouw op jezelf.