Wanneer zijn gezicht op een grote donkere onweerswolk lijkt als hij uit school komt, probeer ik dat te benoemen. “Ik zie dat je niet zo vrolijk kijkt, en ik krijg daardoor de indruk dat je boos bent, klopt dat?”. “Houd je mond, ik ben helemaal niet boos!” schreeuwt hij en stampvoetend rent hij naar zijn kamer. Tjah. Trainersles 1: probeer je trainingsvaardigheden nooit op je kinderen uit …
Als trainer ben ik me erg bewust van de lichaamstaal van de mensen om mij heen. Een risico hiervan is dat ik ga interpreteren. Daarom probeer ik de waargenomen lichaamstaal altijd eerst objectief te benoemen, en vervolgens het effect op mij te beschrijven. En dan te checken bij de ander of mijn interpretatie klopt. Al moet ik hierbij dus opletten dat ik niet té direct ben, anders slaat het gesprek dicht.
Moederdagcadeau
Daarom was ik zo blij verrast met het Moederdagcadeau dat hij op school gemaakt had. Een kletspot. Dit is een oude jampot die hij prachtig versierd had. In de jampot zitten een stuk of 20 opgevouwen briefjes. Op de briefjes staan allerlei ‘gespreksstarters’. Idee is dat je om de beurt een briefje uit de pot neemt, het briefje voorleest, en daar dan samen over in gesprek gaat. Op de briefjes staan zinnen, zoals: “De dag die ik nog eens over zou willen doen, is …” Of: “Het leukste wat ik vandaag gedaan heb, is …” Zo’n briefje helpt om in gesprek te komen met je kind. Vervolgens kun je tijdens het gesprek aan de hand van waargenomen lichaamstaal andere thema’s benoemen.
Drie manieren hoe lichaamstaal te gebruiken als trainer
Eigenlijk ook best interessant voor trainingen, zo’n kletspot. Want lichaamstaal is een belangrijk onderwerp van veel van mijn trainingen. En ik vind het soms best lastig om daarover in gesprek te gaan met mijn deelnemers. Als ik aan mijn eigen trainingen denk, zie ik drie manieren waarop ik lichaamstaal gebruik:
Lichaamstaal gebruiken om te checken of je je deelnemers nog mee hebt tijdens een training
Ten eerste gebruik ik als trainer de lichaamstaal van mijn deelnemers continu om te checken of ik ze nog mee heb tijdens de training. Om zich heen kijken, gapen, wiebelen, rechtop zitten, oogcontact, blije of juist minder vrolijke gezichten: al deze signalen kunnen iets zeggen over wat deelnemers van de training vinden. En die benoem ik dan. Soms serieus, soms met een grap. Zo check ik of men er nog bij is en waar men behoefte aan heeft. En daar kan ik dan vervolgens weer op inspelen.
Feedback geven op lichaamstaal om communicatie effectiever te maken
Ten tweede geef ik feedback op de lichaamstaal van mijn deelnemers om hun communicatie effectiever te maken. Bijvoorbeeld tijdens het oefenen van communicatievaardigheden. Hoe zit men erbij: rechtop of in elkaar gezakt. Hoe beweegt men tijdens het gesprek met armen, benen, en lichaam. Hoe gebruikt men zijn of haar gezichtsexpressie. Een bekend ezelsbruggetje dat men in veel communicatietrainingen gebruikt, is SOFTEN. SOFTEN staat voor de zes belangrijkste elementen van lichaamstaal: Smile, Open Gestures, Forward Lean, Touch, Eye contact, en Nod. Met deze zes elementen kun je spelen om je communicatie effectiever te maken. Alle zes de elementen hebben te maken met kwetsbaarheid, verbinding, en vertrouwen. Bij de nabespreking van een rollenspel bijvoorbeeld geef ik mijn deelnemers dan persoonlijke feedback op deze elementen. Dit zorgt meestal voor veel hilariteit, want van de meeste lichaamstaal zijn we ons niet bewust.
Spelen met je eigen lichaamstaal als trainer
En dan ten slotte je eigen lichaamstaal als trainer. Heel intrigerend om eens op te letten. Vooral op momenten dat de training niet zo lekker loopt. Een ‘ja, maar’, iemand die helemaal geen zin heeft in de training, iemand die zijn of haar telefoon niet weglegt. Wat doe je dan? Wat ik eerst deed: op het puntje van mijn stoel zitten en vol ertegenin. Ik kreeg dus ook als feedback dat ik ‘te actief’ train. Wat ik nu doe: even rustig achterover leunen. Ik doe even helemaal niets. Zo leg ik het ‘probleem’ bij de groep. En door je eigen lichaamstaal rustig te houden, ontstaat er dan vaak vanzelf een oplossing. Veel effectiever dan als trainer alles op te willen lossen. Prachtig om mee te spelen.
Kletspot
Ik pak nog een briefje uit de kletspot en lees het voor: “Waar denk je ’s avonds aan voordat je gaat slapen?”. Oei, best een lastige. Ik denk vaak aan mijn training van de volgende dag. Of ik die wel goed voorbereid heb. Of ik al mijn spullen wel ingepakt heb. Of het wel gaat lukken. Of de deelnemers me wel aardig gaan vinden. Of ik ze wel wat nieuws te bieden heb. Of … Ik kijk hem onzeker aan. “Ik denk aan de nieuwe training die ik morgen ga geven en hoe spannend ik dat vind.” Ik kijk naar zijn gezicht. Dan vervolg ik: “Net zoals jij het spannend vond toen je vorige week voor het eerst een boekbespreking op school moest houden.” Hij knikt en kijkt me begripvol aan. Even zijn we stil. “Nu ik weer!” roept hij terwijl hij een briefje uit de kletspot pakt. Hij vouwt het open en begint geconcentreerd voor te lezen: “Wat je nog niet van mij weet …” Ik zie hem nadenken. Dan zegt hij trots met grote stralende ogen: “… dat ik mijn rekenboek op school al uit heb!”
Reflectieopdracht
- Welke elementen van lichaamstaal neem jij waar bij de mensen om je heen?
- Wat is het effect hiervan op jou?
- Hoe gebruik jij je lichaamstaal in de communicatie naar anderen?