“Mama, ga jij met zo’n snelle trein?” Zijn ogen staan vol bewondering. Hij rent naar de speelgoedkast en haalt zijn voertuigenboek tevoorschijn. Snel zoekt hij de juiste trein op. “Wauw!” Roept hij opgewonden uit. “Die trein kan wel 320 km per uur! Wel een filmpje maken vanuit de trein, hè mama? Dan kan ik zien hoe hard hij gaat!” Ik knik glimlachend naar hem. We zijn aan het ontbijten. Vanmiddag geef ik een teamtraining in België. Een team van 12 onderzoekers heeft een 3-daagse retraite en ik mag de eerste middag invullen.

In de trein neem ik de opening van de training nog even door. Doel van de training is om de communicatie van het team onderling te versterken. Om communicatie te verbeteren, is het belangrijk om eerst te werken aan onderling vertrouwen en verbondenheid. En om een sfeer te creëren waarin men zich verbonden voelt en kwetsbaar durft op te stellen, is het belangrijk om als trainer het goede voorbeeld te geven. Dat betekent dus: jezelf als trainer ook kwetsbaar opstellen. Niet mijn allersterkste kant. Overpeinzend hoe ik dit precies ga doen, kijk ik naar buiten terwijl de trein door het Belgische landschap zoeft.

Boemeltreintje en koeien

In België blijkt een ‘IC’ geen intercity te zijn, maar een boemeltreintje, en taxi’s zijn niet te krijgen. Na een reis van 5 uur met veel vertraging, stap ik de bus uit aan de rand van een klein boerendorpje. Ik loop nog 25 minuten over een afgelegen weggetje tussen de weilanden, en dan zegt google maps ‘locatie bereikt’. Overal weilanden. Lichte paniek overvalt me. Ik had twee uur voor aanvang aan moeten komen, en nu heb ik nog 20 minuten. Geen trainingslocatie te bekennen. Drie koeien kijken me nieuwsgierig aan. Dan zie ik heel in de verte een houten huis. Zou dat het zijn? Ik begin te rennen. Ja! Gelukkig. Acht minuten voor aanvang storm ik oververhit en gestrest de locatie binnen. Ik zie een prachtige sfeervolle zaal met veel hout. Dertien stoelen staan in een kring met een flipover. Koffie en thee geuren door de ruimte. Ik ontspan onmiddellijk. Snel eet ik een banaan en adem diep in. Op dat moment druppelen de eerste deelnemers binnen.

Vliegende rol wc-papier

Iedereen zit en kijkt afwachtend. Ik leid de training in en deel een anekdote uit mijn eigen verleden. Oei, wat spannend is dit. Wat zouden ze wel niet van me denken? Snel duw ik deze gedachtes weg en richt me op het nu. Iedereen kijkt me aan en is muisstil. Ik voel de zenuwen wegtrekken en stel mezelf gerust. Een training hoeft niet altijd grappig, energiek of gezellig te zijn. Een paar mensen kijken onrustig naar de deur. Ik vul hun gedachtes in: “Jullie denken zeker: oh nee toch, moeten we nu urenlang over onze gevoelens gaan praten, ik heb wel wat beters te doen!” De ongemakkelijke stilte verandert in een luid gelach. Na een interessant gesprek over emoties in de academische wereld merk ik dat ik ze mee heb en kunnen we verder. Het idee is dat iedereen een persoonlijk verhaal gaat delen. Al snel komen er emotionele verhalen boven. Een rol wc-papier wordt gehaald om de tranen te drogen. Prompt verandert de wc-rol in een attribuut dat we gebruiken om de beurt door te geven. Terwijl de rol wc-papier door de lucht vliegt van de ene naar de andere persoon, ontstaat een intense sessie waarbij huilen en lachen elkaar afwisselen.

Nieuw team

Bij het nabespreken wat deze oefening hen gebracht heeft, lijkt het alsof er een nieuw team voor me zit. Ik ben verrast wat zo’n simpele oefening al niet kan doen in korte tijd. Vervolgens laat ik ze oefenen hoe elkaar feedback te geven. Eerst oefenen ze op mij, dan doe ik het voor, en vervolgens oefenen ze zelf in kleine groepjes. Doordat ze eigen lastige praktijksituaties inbrengen, wordt het oefenen levensecht. We sluiten de middag af met het kijken naar welke communicatiestijlen hun voorkeur hebben, zowel individueel als team. Er blijken veel zaken te spelen, veel te veel natuurlijk om binnen een paar uur te bespreken. Toch zijn ze blij met deze start van hun 3-daagse. Uitbundig zwaaien ze me uit en ik begin aan de lange reis terug.

Meer geduld voor het boemeltreintje

Terwijl de Thalys steeds sneller rijdt door het groene Belgische landschap richting Nederlandse grens, denk ik terug aan de dag. Wat is een teamtraining toch interessant, intens en confronterend om te geven! Als je jezelf openstelt en echt contact maakt met je deelnemers, dan volgt de rest vanzelf. Daarvoor is wel rust nodig. Misschien wil ik soms teveel en te snel. Ik neem me voor om wat meer geduld te gaan opbrengen voor mijn eigen boemeltreintje.

Filmpje

Mijn telefoon licht op. Hoe is je training gegaan? Boys hebben goede dag gehad en slapen. Ze kijken erg uit naar het filmpje! Ai, het filmpje. Helemaal vergeten! Buiten is het inmiddels donker. Ik kijk om me heen. Mijn medepassagiers zijn bezig met hun telefoon of laptop en niemand let op mij. Ik doe de camera aan en begin zachtjes te praten: “Nou jongens, hier is dan de snelle trein. Allemaal rode stoelen, zien jullie wel? En buiten is het donker. Maar als je goed kijkt naar hoe snel de lampjes voorbij zoeven, dan zie je hoe hard we gaan! Zien jullie wel? Wat gaan we snel! Mooi hè?!”

Reflectieopdracht

  1. Welke ervaring uit jouw jeugd heeft je gevormd tot wie je nu bent?
  2. Welk persoonlijk verhaal kennen jouw collega’s nog niet van je?
  3. Wat zou je met je collega’s willen delen om jullie band te versterken?